Zoeken
quote

De Proactieve Vertrouwenspersoon en casuïstiek

Van Signaal tot Cultuurverandering

Mag je een gesprek met een medewerker een casus noemen?

Dat is al een waardevolle reflectievraag. Een gesprek is geen ‘zaak’ die opgelost moet worden, maar een ontmoeting met een mens in een context. Toch kan het betekenisvol zijn om bepaalde situaties als casus te beschouwen – niet om te labelen, maar om patronen zichtbaar te maken en organisatiecultuur te verbeteren.

Op deze pagina lees je hoe de proactieve vertrouwenspersoon omgaat met casuïstiek, welke waarden daarbij centraal staan en welke handvatten kunnen helpen om signalen om te zetten in ontwikkeling.

 

Wat maakt een vertrouwenspersoon proactief?

Een proactieve vertrouwenspersoon:

  • Signaleert trends en terugkerende spanningen (ook zonder formele melding);
  • Maakt patronen bespreekbaar in plaats van alleen incidenten te registreren;
  • Stelt vragen die uitnodigen tot reflectie en eigenaarschap;
  • Versterkt de dialoog tussen medewerker, team en organisatie;
  • Adviseert strategisch over wat nodig is voor structurele veiligheid.

Casus 4: “Waarom gebeurt er niks als ik iets zeg?”

Situatie: meerdere medewerkers gaven feedback over onveilig leiderschap, maar ervaren dat er niets mee gebeurt. Ze stoppen met spreken.

Reflectie als Vip:

  • Waar in de keten wordt de feedback vertraagd of geneutraliseerd?
  • Wat zegt dit over psychologische veiligheid en eigenaarschap?

Proactieve reactie:

  • Zet een vertrouwelijke ronde tafel op met HR, OR en directie over de opvolging van feedback.
  • Leg terugkoppeling vast in een heldere cyclus (signalering → opvolging → evaluatie).

In te zetten waarden: vertrouwen, verantwoordelijkheid, transparantie.

Tool: feedback-opvolgingsdashboard + reflectiegesprek over leiderschapscultuur.

 

Handvatten voor proactieve vertrouwenspersonen

  • Casusreflectie: gebruik casussen als ingang voor gesprek over cultuur, niet als incident.
  • Waardenkompas: benoem welke waarden je centraal stelt in jouw benadering.
  • Preventiespiegel: leg signalen naast bestaande interventies. Wat werkt? Wat is ritueel geworden?
  • Micro-interventies: zet korte, gerichte acties in: stellingen in een overleg, quote van de week, mini-e-learning.
  • Rapportage als advies: gebruik jouw inzichten om concrete aanbevelingen te doen op team- of organisatieniveau.