Wat is weerstand eigenlijk?
Weerstand is zelden onwil. Het is een vorm van innerlijke zorg.
“Ik wil dit misschien wel zeggen… maar is het hier veilig genoeg?”
“Wat gebeurt er als ik dit hardop uitspreek?”
Weerstand kan allerlei vormen aannemen, zoals:
- Vermijden →“Daar wil ik liever niet op ingaan.”
- Bagatelliseren →“Ach, het viel ook wel mee hoor.”
- Rationaliseren →“Zo werkt het nu eenmaal hier.”
- Boosheid of frustratie →“Wat schiet ik hiermee op?”
- Stilte of terugtrekgedrag
Zie het als een seintje. Hier zit spanning. Hier wordt iets beschermd.
Weerstand herkennen
Niet alleen woorden vertellen een verhaal.
Let ook op de toon, lichaamstaal en subtiele signalen:
Verbale signalen
- Korte, afhoudende antwoorden
- Cynisme of sarcasme
- Zinnen die herhalen dat er “toch niks verandert”
Non-verbale signalen
- Afgewende blik, gesloten houding
- Gezichtsspanning, zuchten, ongemak
- Lichaam dat ‘vertrekt’ uit het gesprek
Wat je waarneemt, is belangrijk. Maar hoe je ermee omgaat, bepaalt wat er daarna gebeurt.
Wat doe je als je weerstand ontmoet?
Blijf aanwezig en nieuwsgierig
Weerstand is geen muur – het is een vraag: Ben jij hier echt voor mij, ook nu?
- Benoem zonder oordeel
“Ik merk dat dit lastig voor je is om te bespreken. Klopt dat?”
“Het lijkt alsof dit je raakt – wil je daar iets over zeggen?”
Door zacht te spiegelen, nodig je uit zonder druk te zetten.
- Stel open en verdiepende vragen
“Wat maakt dit spannend voor je?”
“Wat zou kunnen helpen om dit stap voor stap te verkennen?”
Geen ‘waarom’ vragen – maar hoe en wat vragen die ruimte openen.
- Normaliseer de reactie
“Veel mensen voelen twijfel als ze hierover praten. Dat is begrijpelijk.”
“Je hoeft niets te vertellen waar je nog niet klaar voor bent.”
Weerstand mag er zijn. Als jij het niet wegduwt, hoeft de ander het ook niet te verstoppen.
- Geef autonomie terug
“Jij bepaalt wat je wilt delen.”
“Zullen we kijken wat nu wél helpend is voor jou?”
Verbinding ontstaat pas als iemand zich vrij voelt om te kiezen.
Onwil of weerstand?
Het verschil herkennen maakt het verschil in contact
Als vertrouwenspersoon is het belangrijk om het verschil te zien tussen iemand die niet wil en iemand die nog niet durft of kan.
Weerstand is iets anders dan onwil
In gesprekken over cultuurverandering, gedrag en veiligheid worden weerstand en onwil vaak over één kam geschoren. Toch is het belangrijk het onderscheid te kennen. Ze vragen namelijk om een andere benadering.
Weerstand is meestal een beschermingsmechanisme. Het ontstaat niet uit tegenwerking, maar uit angst, onzekerheid of eerdere ervaringen die onveilig aanvoelden. Mensen die weerstand tonen, reageren op sfeer en context. Hun gedrag zegt vaak: “Ik wil wel, maar ik durf of kan nog niet.” Deze vorm van terughoudendheid is meestal veranderbaar – mits er erkenning en ruimte wordt geboden. Door écht te luisteren en veiligheid voelbaar te maken, ontstaat er vaak beweging.
Onwil daarentegen is iets anders. Dit is geen reactie op gevoel, maar een bewuste keuze om niet mee te doen. Onwil komt voort uit overtuiging of afwijzing – bijvoorbeeld van het onderwerp, de aanpak of de gesprekspartner. Iemand die onwillig is, zegt in feite: “Ik wil dit niet, en dat is een weloverwogen besluit.” Zelfs als de omgeving veilig en uitnodigend is, blijft deze houding vaak standvastig.
Wie deze twee niet uit elkaar houdt, loopt het risico om de verkeerde interventies in te zetten. Terwijl weerstand uitnodigt tot verbinding en erkenning, vraagt onwil soms om grenzen, duidelijkheid of andere gespreksvormen.
Herkennen wat er speelt is de eerste stap naar effectief handelen.
“Weerstand is relationeel. Onwil is intentioneel.”
“Weerstand vraagt nabijheid. Onwil vraagt begrenzing.”
Als je weerstand interpreteert als onwil, loop je het risico om te duwen.
Als je onwil verwart met weerstand, kun je blijven trekken aan iets wat niet in beweging wil komen.
Je kracht zit in het herkennen van het verschil – en daar afgestemd op reageren.
Wat vermijd je liever?
Wat werkt averechts in gesprekken over veiligheid en gedrag
In gesprekken over lastige onderwerpen, zoals grensoverschrijdend gedrag, ongemak op de werkvloer of twijfel aan iemands veiligheid – is niet alleen wát je zegt belangrijk, maar vooral hóe je luistert en reageert. Sommige reacties lijken helpend bedoeld, maar hebben onbedoeld het tegenovergestelde effect.
In discussie gaan lijkt misschien een manier om tot de kern te komen, maar roept vaak extra verdediging op. Zeker als iemand zich kwetsbaar opstelt, is de behoefte aan bevestiging groter dan aan tegengeluid. Door in discussie te gaan, sluit je de deur naar openheid.
Invullen of interpreteren wat de ander bedoelt, hoe goedbedoeld ook, pakt vaak verkeerd uit. Daarmee neem je ongemerkt de regie over, terwijl het juist belangrijk is dat de medewerker zelf woorden geeft aan wat er speelt. Dat is niet alleen respectvol, het versterkt ook eigenaarschap.
Te snel willen oplossen of doorpakken komt vaak voort uit betrokkenheid of tijdsdruk. Maar als de ander zich nog niet veilig voelt, zal hij of zij zich niet openen. Snelheid kan dan juist het tegenovergestelde bereiken: meer terugtrekgedrag, minder vertrouwen.
Oordelen over gedrag, of dat nu verbaal is of non-verbaal, maakt dat iemand zich klein, fout of ongemakkelijk voelt. In plaats van erkenning ervaart de ander afwijzing. En dat ondermijnt het vertrouwen dat nodig is om eerlijk te kunnen zijn.
Wie echt verschil wil maken in deze gesprekken, kiest voor vertragen, luisteren zonder oordeel, en ruimte geven zonder het over te nemen. Want veiligheid begint met hoe we reageren als het spannend wordt.
Weerstand is een ingang, geen belemmering
Als je goed kijkt, vertelt weerstand je precies waar het wringt, pijn doet of waar vertrouwen ontbreekt.
De proactieve vertrouwenspersoon durft daar te blijven.
Niet om iemand te ‘breken’, maar om nabij te zijn. Zodat het gesprek niet stopt bij weerstand, maar daar begint waar het spannend wordt.
Dat vraagt geduld. Niet op inhoud, maar op relatie.
En juist daar ontstaat de veiligheid waaruit echte verandering groeit.